Mijn bevallingsverhaal [de geboorte van Storm] 4


Bevallingsverhaal
In het ziekenhuis

Op 8 april 2022 ben ik bevallen van onze zoon Storm. In deze blog deel ik mijn bevallingsverhaal.

Waarschuwing: bevat details die misschien niet iedereen wil lezen! Dit is mijn eerlijke verhaal, mijn belevenis.

Het is dinsdagavond, 5 april, als ik ’s avonds nattigheid voel. Letterlijk. Het voelt of ik wat druppels plas heb laten gaan. Zou kunnen, want mijn bekkenbodem is niet wat het geweest is. Ik was gister nog bij de bekkenfysio om alles los te laten maken. Vandaag heb ik echter weer flink pijn. Een drukkend gevoel op de spieren die al mijn ingewanden in mijn romp moeten houden. Pijn aan mijn schaambot. Als ik per ongeluk wat plas heb laten gaan, zou dat mij niet verbazen. Of zou dit vruchtwater zijn? Zijn mijn vliezen gebroken? Of is dit de zogenaamde slijmprop, die in druppels mijn baarmoeder verlaat? Ik wacht het af en ga naar bed.

Woensdag 6 april

De volgende ochtend maak ik rustig een wandelingetje in het Julianapark. Zou dit mijn laatste wandeling zijn met zwangere buik? Ik maak een selfie – just in case. Ik pak veel rust vandaag, lig schaamteloos uren op de bank, voel af en toe weer dat natte gevoel, maar nog steeds ben ik in twijfel wat het is. Dit kan het toch niet zijn? Als je vliezen breken, kan je toch wel iets meer dan wat druppels verwachten? Al heb ik eens gelezen dat het er soms ook dagenlang uit kan druppelen. Niet veel later voel ik een plensje water tussen mijn benen. Zou het dan toch? Ik moet het opvangen, heb ik gelezen. Dan kan de verloskundige beoordelen of het echt vruchtwater is. Ik doe een boterhamzakje in mijn onderbroek. Dat blijft droog… Als ik in bed ga liggen, voel ik iets veranderen. Ik ren – waggel – naar de wc en voor ik het weet vang ik precies een half glas vocht op. Na een blik weet ik genoeg: dit is vruchtwater. Mijn vliezen zijn gebroken. Het is begonnen!

In het Julianapark – 39 weken zwanger

Donderdag 7 april

Omdat het vruchtwater helder is – godzijdank, want als de baby in het vruchtwater gepoept heeft, ben je meteen medisch en kan je niet meer thuis bevallen – hoef ik pas de volgende ochtend de verloskundige bellen. Ongeduldig tel ik af tot 9:00 uur, het tijdstip dat in de instructiemail staat. “Ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn”, zeg ik excited en een tikje nerveus. Gaat het vandaag beginnen? Als mijn weeën niet binnen 24 uur op gang komen, ben ik alsnog medisch en zal ik in het ziekenhuis moeten bevallen in verband met infectiegevaar. Als mijn weeën niet binnen 72 uur zijn begonnen, zal ik worden ingeleid. Ik hoop nog steeds op een thuisbevalling, in bad. Gelukkig denkt mijn verloskundige graag met me mee. Het is 100% vruchtwater, en als vanavond mijn weeën beginnen, mag ik vannacht alsnog thuis bevallen. Wel moeten we eind van de middag al naar het ziekenhuis voor een controle – er wordt naar het hartje van de baby geluisterd. We kiezen voor het Diakonessenhuis in Utrecht.

’s Avonds op de bank hoop ik niets liever dan dat mijn weeën beginnen. Dan kan ik alsnog thuis bevallen, volgens ‘plan’. Al weet ik heus dat een bevalling zich niet laat plannen. Maar ik heb zo mijn wensen. Ik ben dan ook heel blij als ik ’s avonds laat iets voel dat op een wee lijkt. Is dit het? Of zijn dit de zogenaamde voorweeën? Van 23:00 tot 2:00 uur kan ik nog wat slapen, maar daarna lijkt het toch echt op gang te komen. Het is nog niet heel pijnlijk, maar slapen kan ik niet meer. Na een paar uur maak ik Niels wakker, die vrij snel de weeën begint te timen. Bij weeën van tenminste 1 minuut, iedere 5 minuten, mogen we de verloskundige bellen. Het is echter al vrijdagochtend, dus ik vrees dat het toch het ziekenhuis wordt. Gelukkig heeft Niels het bad gisteravond laat nog ingepakt om mee te nemen naar het ziekenhuis, dus die badbevalling kan alsnog!

Lees ook: mijn zwangerschap [personal update] >

Vrijdag 8 april

De weeën komen steeds regelmatiger, al heb ik nog steeds het gevoel ‘dat dit het nog niet écht is’. Haal ik het in mijn hoofd? Wil ik te graag? Of valt de pijn gewoon best mee? We bellen de verloskundige om te checken wanneer we nu precies het ziekenhuis moeten bellen, en wanneer we daarheen mogen om te gaan bevallen. Volgens haar mogen we inmiddels wel gaan bellen of er nog steeds plek is, en zo rijden we rond 9:00 uur ’s morgens naar het Diak. Ik ga bevallen! Ons kindje komt eraan!

Helaas is het ziekenhuis wat sceptischer. Eerst maar weer even aan de monitor, om te kijken naar het hartje en om de weeën te meten. Zoals ik al vaak heb gelezen, lijken ook mijn weeën af te nemen zodra ik het ziekenhuis binnenstap. Niet gek, want je lichaam moet zich – bewust en onbewust – veilig voelen om te bevallen. Een ‘ziekenhuissfeer’, gedeelde kamer, diverse piepjes en fel licht helpen niet mee. Als een – voor mijn gevoel – 25-jarige zorgverlener mij vervolgens mededeelt dat het nog niet echt begonnen is en ik beter weer naar huis kan gaan, voel ik mij kwaad en machteloos. Hoe weet zij nou wat ik voel? We weten mijn ontsluiting bovendien niet. Weer een autoritje zal het proces alleen maar weer verder verstoren. Ik wil een bevalkamer, in mijn bubbel duiken en gaan bevallen. Zonder discussies, zonder al die mensen, zonder piepjes. Als de 25-jarige ook nog over inleiden begint, voel ik de tranen opkomen. Dit is precies niet wat ik wilde, en waar ik bang voor was.

Inleiding

Er komt een andere dame naar mijn bed. Zij komt iets meer ervaren en empatischer over. Het lijkt haar goed om verder te gaan met de bevalling. Tussen de regels door proef ik ook in haar woorden dat er een inleiding zit aan te komen. Ik wil liever natuurlijk bevallen, omdat weeënopwekkers niet zelden zorgen voor een weeënstorm, gevolgd door pijnstilling, een knip of een pomp, en alle gevolgen van dien. Van kwaad tot erger. Toch besluit ik na even denken akkoord te gaan met een inleiding. Ze hebben gelijk, mijn weeën zijn nog steeds niet écht begonnen, en het is inmiddels 11:00 uur. Als ik vandaag nog wil bevallen, moet het nu beginnen. Anders word ik morgenochtend alsnog ingeleid, en dan ben ik al kapot van deze ‘soort van bevaldag’. Bovendien heb ik pas 1 centimeter ontsluiting, zo blijkt nadat ik voor het eerst getoucheerd ben. Ik baal. Stiekem hoopte ik al op meer natuurlijk.

Rond 12:00 uur loop ik eindelijk ‘mijn’ bevalkamer binnen. Wat een rust. Ik sluit de gordijnen, doe mijn zoutlamp (jaja) aan en zet mijn geurkaarsen van thuis neer. Oeps, die mag ik hier helemaal niet aandoen in verband met brandgevaar. Gelukkig heb ik ook nog een playlist bij me, om zo – ondanks het ziekenhuis – toch mijn zen omgeving te creëren. Het bad zetten we nog niet op, dat is in verband met mijn gebroken vliezen geen goed idee. Pas als de weeën écht erg worden, is het fijn om dat bad achter de hand te hebben. Op mijn verzoek beginnen we met een heel kleine dosis weeënopwekkers. Ik krijg een infuus in mijn hand, en twee banden om mijn buik – één voor de hartslag van de baby, en één om de weeën te meten – en ga op het bed zitten. En nu maar wachten…

Monitoren en elektrode plaatsen

Helaas komt het proces ook nu niet echt goed op gang. Mijn weeën nemen nog niet toe – noch in frequentie of duur, noch in kracht – en de banden om mijn buik verschuiven continu. Of de baby verschuift zelf waardoor zijn hartslag niet meer gemeten wordt. Dit is toch geen doen? Alleen als ik stil op bed lig, blijven de banden op hun plek. Kan dit ook af? Hoe kan ik hier straks mee in bad, als de weeën echt heftig worden? Het antwoord blijkt: niet. Eigenlijk is een elektrode op het hoofdje van de baby de enige oplossing, zeggen ze. Hoewel ik pas 1 centimeter ontsluiting heb, zegt de verloskundige dat ze door die opening wel de elektrode kan plaatsen. Daarmee kan de hartslag continu gemeten worden en hoeft de band niet meer om mijn buik. Een schedelelektrode is echter geen plakkertje, maar een draadje dat in de hoofdhuid van de baby wordt gedraaid. Niels en ik zijn niet enthousiast. Dit willen we niet. En dus ben ik overgeleverd aan een iet wat statische houding op bed.

Een tijdje later komt de verloskundige terug om opnieuw mijn ontsluiting te meten. Ik wil zo min mogelijk getoucheerd worden, maar vind het wel belangrijk om te weten of er inmiddels progressie is. Zo niet, dan moeten de weeënopwekkers weer omhoog. Het toucheren zelf is een vrij naar gevoel. Ik dacht van tevoren dat iemand ‘even’ twee vingers naar binnen zou steken en zou meten hoe ver ik was. Het blijkt daarentegen een behoorlijk geduw, alsof je met een te korte vinger bij iemands – mijn – baarmoedermond probeert te komen. Tot mijn grote teleurstelling heb ik inmiddels nog geen 2 centimeter ontsluiting. Het gaat niet hard genoeg. Op deze manier ben ik al uitgeput – en is het diep in de nacht – voor het echte werk kan beginnen. Kan ik dit volhouden? Zit ik nu teveel in mijn hoofd? Denken vanuit angst helpt niet mee. Rem ik mijn eigen bevalling af? Ik moet positief blijven. Ik vind het heel lastig om in mijn bubbel te komen, mede doordat er elke 10 minuten iemand aan mijn bed staat om de banden om mijn buik te corrigeren. En we telkens weer de discussie over de elektrode moeten voeren. Ik word er gek van.

Vier centimeter en gestript

Uiteindelijk gaan we toch overstag, vooral omdat ik met die buikband nooit lekker zal kunnen bewegen, en er al helemaal niet mee in bad kan gaan. Zonder elektrode dus geen badbevalling. Ik vraag of ze de elektrode kunnen plaatsen, als ze weer mijn ontsluiting meten. Dat scheelt in ieder geval weer één onderbreking. Inmiddels ben ik 3 centimeter, en 4 centimeter tijdens een wee. God, wat gaat dit traag. Ik maak me zorgen. Ondertussen word ik tijdens het toucheren ook nog ‘even’ gestript. Dit houdt in dat de verloskundige met haar vingers de baarmoedermond probeert op te rekken, en resterende vliezen weghaalt. Ik voel weer een guts vruchtwater. Blijkbaar kon er nog meer uit.

Ik vraag Niels om het bad uit de auto te halen, zodat ik straks even in bad kan. Als het goed is, zorgt een warm bad voor ontspanning en veiligheid, en zal dit mijn bevalling bespoedigen. Net voor Niels weggaat – eigenlijk sinds het toucheren/strippen – worden mijn weeën intenser. Ik grijp zijn hand en heb moeite om de weeën op te vangen. De positieve kant: het is in ieder geval nu echt begonnen! Voorzichtig laat ik Niels weer los, en zeg dat hij echt het bad moet gaan halen. Hopelijk kan ik daarin de weeën beter aan en zal mijn ontsluiting sneller gaan. Ondertussen ga ik douchen.

De hel onder de douche

Als Niels terug komt, weet ik inmiddels niet meer waar ik het zoeken moet. God, deze weeën zijn echt heftig. Ik neem alles terug. De pijn valt niet mee. Bevallen is topsport. En ik snap inmiddels heel goed dat veel vrouwen voor pijnstilling kiezen. Inmiddels zou ik ook wel wat willen. Zal ik het vragen? Gooi ik ook dit principe over boord? Na nog een helse wee, ga ik overstag. Als de verloskundige er weer is, en mij weer een voorstel doet, zeg ik meteen ja. Geen discussies meer. Ik ben tot alles bereid. Nog even en ze mogen hem er met een keizersnede uithalen. Zou dat nog kunnen? Of zal ik al te ver zijn voor een ruggenprik? Hoe zat dat ook alweer? God allemachtig, dit houd ik geen uren meer vol. Ik kan dit niet. Ik heb mijn ademhaling niet meer onder controle en schreeuw het uit bij iedere wee.

Niels staat het bad op te pompen – met een elektrische pomp die enorm veel herrie maakt. Het geluid gaat door merg en been. Het komt vast harder binnen omdat ik aan het bevallen ben. Misschien doen de weeën daarom extra zeer. Ik heb gelezen dat endorfine pijnstillend kan werken. Dat hormoon maak ik nu vast niet aan. Het warme water van de douche helpt ook niet. Ik heb het warm en koud, kan de weeën niet meer wegpuffen en ben bang. Ik ben bang dat ik dit niet volhoud, maar geen opties meer heb. Ik ben bang om mezelf teleur te stellen. Ik voel dat ik moet poepen. Misschien dat dat oplucht? Ik ga op de wc zitten maar er komt niets dan weeën. En heel veel pijn. Het voelt alsof mijn hele bekkenbodem op knappen staat. Alsof er al een kind naar buiten komt. Zo kan het toch niet nog uren doorgaan? Is dit een weeënstorm? Opeens realiseer ik me dat de weeënopwekkers nog steeds binnenkomen. “Zet dat apparaat uit!” gil ik naar Niels. “Dit moet stoppen!” Niels drukt nog eens vijf keer op de alarmknop, en rent dan de kamer uit op de verloskundige te zoeken.

Ik heb geen idee hoe lang dit nu al duurt. Voor mijn gevoel was het net nog 18:00 uur en kon ik nog een cup-a-soup weg krijgen. Ik had al wel intensere weeën en zat redelijk goed in mijn bubbel. Daarna ging alles heel snel. Het strippen, het bad, de douche, de bizarre weeën. Eindelijk komt de verloskundige weer de kamer in. Ik jammer dat dit zo niet meer kan, dat ik dit niet aan kan op deze manier. Stiekem hoop ik dat ze met een goed plan komt. Een redding. Kan ze hem nu halen met een knip en pomp? Of kan ik toch onder narcose? Zo uren doorgaan is geen optie wat mij betreft.

Volledige ontsluiting

De verloskundige wil eerst weer even mijn ontsluiting meten. “Als ik je zo zie, ben je al heel ver”, zegt ze. Yeah right. Weer een centimeter erbij zeker? Zouden het er nu 5 zijn? Ik hoop van harte dat ik in ieder geval over de helft ben. Dan spreekt ze de verlossende woorden: “Je hebt volledige ontsluiting.” Kan ik gaan persen? Ik kan wel janken van geluk. Er is een wonder gebeurd. Dat verklaart ook de bizarre pijnen en de persdrang in de badkamer. Ik ben in korte tijd van 4 naar 10 centimeter gegaan, en heb dat ondergaan zonder pijnstilling. Ik mag nu gaan persen, en dat duurt bij een eerste kind gemiddeld vaak een uur. Over een uur is het voorbij. Over een uur heb ik mijn baby. Over een uur zal ik nooit meer deze pijn hoeven te ervaren.

De verloskundige en verpleegkundige hebben in rap tempo de kamer omgetoverd. Ik zie een weegschaal en ze dragen allebei een schort. Het is duidelijk dat ze er echt van uitgaan dat de baby er zo is. Ik kan het bijna niet geloven. Het bad staat opgeblazen maar ongevuld in de kamer. “Deze moet naar de gang”, zegt de verloskundige. We hebben geen tijd meer om het bad te vullen. Ik moet nu persen. De baby komt eraan. Ik vraag om een baarkruk.

De persfase

En dan begint de persfase. Ik ga een baby uit mijn lichaam duwen. Elke keer dat ik een wee krijgt, moet ik een grote hap lucht nemen, vasthouden en naar beneden drukken. Er staat gigantisch veel druk op mijn onderkant. Het voelt eng om zo hard te drukken. Maak ik niets kapot? Gaat dit echt passen? Ik zit nog erg in mijn hoofd. Maar mijn hoofd weet ook: dit is de weg. Het moet eruit. Talloze vrouwen gingen mij voor. Ik ga dit doen, en over een uurtje is ons kindje er.

Mijn beide voeten staan stevig op de grond. Met mijn handen trek ik mezelf op aan het bed of zet ik af op de rand van de baarkruk. Niels komt achter me zitten. Af en toe pak ik zijn handen om me af te zetten – en fijn te drukken. Het geeft me houvast en steun tijdens het persen. Het is bijna 21:00 uur, en ik weet dat ik vandaag – 8 april – mijn kind op de wereld ga zetten. Ik voel een wee opkomen, neem een teug adem en probeer te drukken. Het voelt eng. Bang zucht ik de pijn weg. De verloskundige spreekt me streng doch empatisch toe. “Vasthouden, niet bang zijn, 10 seconden drukken zo hard als je kunt, en dan nog harder.” Oke, dit kan ik. Ik ben sterk. Ik ga het doen, en als er iets kapot gaat, zie ik dat later wel weer.

Geen idee hoe vaak ze komen, maar af en toe heb ik een wee, en probeer dan met alle kracht die ik nog heb mijn adem naar beneden te drukken, in plaats van meteen weg te laten glippen uit mijn mond. Tussen de weeën door pak ik mijn rust. Tussen de weeën door voel ik geen pijn. Ik heb geen idee hoe ver de baby al is. En ik durf het niet te vragen, bang om teleurgesteld te worden. Gelukkig blijft mijn ‘bevalteam’ mij motiveren; Marieke, Romy en Niels. “Kom op, Suzanne, nog een keer! Hou vast! Duwen duwen duwen!” Wat fijn om dit niet alleen te doen.

De geboorte

Dan is ‘ie er echt bijna. Het hoofdje is in zicht, hoor ik. Niels zegt dat hij het van over mijn schouder al kan zien. Marieke of Romy zegt dat hij veel haar heeft. “Mag ik hem voelen?” vraag ik. Ze brengt mijn vingers naar zijn hoofdje. Het voelt gek, nat en zacht, maar het geeft moed. “Nog een of twee persweeën”, zegt ze. Het is 21:30 uur. En ze krijgt gelijk. Tijdens de laatste perswee voelt het echt of ik een meloen door een klein gaatje moet drukken, alsof alles op knappen staat, maar toch duw ik door. En dan wordt het hoofdje geboren. Ik voel opluchting. Ik heb zojuist een babyhoofdje uit mijn lichaam geperst. I did it! Ik moet nu even heel rustig blijven, want de rest van het lijfje moet er nog uit. Ik kom weer op krachten en maak me klaar voor de rest van de geboorte. De volgende wee voel ik hoe het lijfje eruit komt, en een tel later mag ik Storm aanpakken en heb ik ons jongetje in mijn armen. Wauw, wat is ie mooi. En wat een bos haar. Hij is klein, net een pop. Welkom lieve Storm! Daar ben je dan! Het is voorbij!

Het is 21:40 uur. Het aller schattigste jongetje is geboren. Wat ben ik blij dat het voorbij is, en dat ik het – met inleiding – helemaal zelf heb gedaan. Geen pijnstilling, geen knippen of tangen, geen keizersnede. Een ‘natuurlijke’ bevalling zoals ik dat wilde. Alleen dan in het ziekenhuis en helaas niet in bad. Ik ben ongelofelijk trots op mezelf. Ik ben moeder.

Dank als je helemaal tot hier gelezen hebt!

P.S. Kraamcadeau? Check Mommaluv!

Gedurende mijn hele zwangerschap ben ik al overladen met spullen. Van de liefste cadeautjes tot heel praktische dingen die ik mocht lenen of overnemen. Ons jongetje komt nu al niets te kort. Dit doet mij beseffen hoe goed wij het hebben – wij persoonlijk maar ook wij als Nederlanders. In andere landen hebben kinderen minder geluk. Daarom hebben mijn vriend en ik besloten om geen kraamcadeaus te vragen. Mocht je alsnog graag iets geven, maak dan alsjeblieft een donatie over aan Stichting Mommaluv >

Ik heb me hierbij aangemeld omdat ik het concept prachtig vind. Van alle donaties wordt een zwangere vrouw in Namibië geholpen, om zo ook haar baby een goede start te kunnen geven.

Volg Vrije Meid op Spotify of Instagram 

Download mijn gratis e-book ‘7x Fouten die ik maakte als locatie-onafhankelijk ondernemer

Bekijk gratis mijn masterclass ‘In 3 stappen naar een schaalbaar bedrijf‘ >

Bestel mijn boek ‘De route naar €100.000 per jaar‘ en ontvang gratis een cursus t.w.v €99 >

Share

Over Suzanne

Traveladdict, girlboss, digital nomad, happinessjunkie Suzanne begon in 2009 met bloggen. Vanaf april 2012 doet ze dat op VrijeMeid.nl. Naast haar blog is Suzanne mede-eigenaar van PR-bureau Snappr en schreef zij het boek Work Hard Travel Harder. Ook een Vrije Meid worden? Suzanne is in te huren als Vrije Mentor! Lees meer over haar Vrije Meid 1:1 Traject op SuzannevanDuijn.nl.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

4 gedachten over “Mijn bevallingsverhaal [de geboorte van Storm]

  • Shaniqua

    Van harte gefeliciteerd Suzanne en Niels met jullie zoon! Wat heb je dit goed opgeschreven. Het leek zo net alsof ik bij de bevalling was. Geniet van de komende periode. Ik houd van je blog en lees doorgaans in stilte mee, maar neem alle tijd die je nodig hebt om te genieten van deze periode.

    Misschien ook leuk als je in de toekomst schrijft over het financiële plan dat je voor jullie zoon hebt gemaakt? Zoals studie, eerste woning, hobbies, etc. Wie weet dat je daarmee andere (toekomstige) ouders kan helpen.

    Wat mooi dat je de stichting Mommaluv ondersteunt.